Voorlezer:
Ibn ‘Umar zei:
“Gedurende een van de veldslagen van de Profeet ﷺ zag hij een gedode vrouw, zo verbood de Boodschapper van Allah het doden van vrouwen en kinderen.” [Sahieh Al-Bukhaarie en Sahieh Muslim]
Uitleg:
Wij hebben reeds vermeld dat van de ongelovigen tijdens de jihaad enkel degenen gedood worden die vechten en die wapens tegen de moslims dragen, deze worden bevochten. Of degenen die tot ongeloof oproepen en deze verspreiden, zij beperken hun ongeloof niet tot zich maar roepen echter op tot ongeloof. En de vrouw strijdt niet, ze draagt geen wapens. Het is dus niet toegestaan om haar te doden. Eveneens de oude man, de kinderen en monniken. Deze worden niet gedood omdat hun kwaad beperkt is tot henzelf. Zij bevechten de moslims niet en roepen niet op tot ongeloof, maar ze beperken zich tot zichzelf. Zij worden dus niet gedood omdat de Profeet ﷺ zei toen hij een gedode vrouw zag:
“Zo iemand als haar vecht niet.”
Wat aangeeft dat de reden waarom zij gedood werd was dat zij wel streed. En wie van hen niet strijdt, wordt ook niet gedood.
“Zo iemand als haar vecht niet.”
Shaykh Saalih Ibn ‘Abdillah Al-Fawzaan حفظه الله
Gepubliceerd door: www.ikhouvanislam.be
Beluister audio: