De basis is dat wanneer de adhaan wordt verricht in de moskee men de moskee niet mag verlaten tenzij dat er een groter voordeel is, anders zal hij in de ongehoorzaamheid aan Abu Al-Qaasim ﷺ (de Profeet) treden. Dit betekent dat als de adhaan verricht wordt en iemand in de moskee is het de basis is dat hij de moskee niet verlaat behalve als er een groter voordeel is.
Een groter voordeel, als wij bijvoorbeeld in Mediena zouden zijn, in een les van één van de moskeeën zitten, de muadhin de adhaan verricht en ik naar de moskee van de Profeet ﷺ wil gaan, dan is daar volgens de meest correcte opinie van de geleerden niets mis mee.
Of dat bijvoorbeeld iemand zijn vader thuis aan het wachten is om hem naar de moskee te brengen en hij weggaat om zijn vader naar de moskee te brengen en dit is een groter voordeel omdat hij de moskee niet verliet om de moskee te vermijden maar slechts om een groter voordeel.
Of dat iemand de imaam is van een moskee en in een les zit en de muadhin de adhaan verricht terwijl hij in de les zit hij en hij weg moet gaan om zijn gemeenschap in het gebed te leiden, dan is daar geen probleem mee.
Het probleem ligt bij het geval dat de muadhin de adhaan verricht en iemand vervolgens de moskee verlaat zonder dat daar een voordeel in zit maar hij gewoon enkel de moskee verlaat (zonder reden). Dat is degene over wie is overgeleverd dat hij Abu Al-Qaasim ﷺ ongehoorzaam is geweest.
Shaykh Sulaymaan Ar-Ruhaylie
Gepubliceerd door: www.ikhouvanislam.be
Beluister audio: