In deze overlevering van ‘Abdur-Rahmaan Ibn Qaasim رحمه الله wordt de methodiek van Ahlus-Sunnah Wal-Jamaa’ah met betrekking tot de Eigenschappen (van Allah) vermeld. Hij vatte hun methodiek samen door te zeggen:
Het is voor niemand gepast om Allah te beschrijven, behalve met datgene waarmee Hij Zichzelf beschreef in de Quraan, en ook met datgene waarmee Zijn Boodschapper ﷺ Hem beschreef in Zijn Sunnah. En hij vergelijkt Zijn Handen (van Allah) niet met iets, noch vergelijkt hij Zijn Gezicht (van Allah) met iets. Maar hij zegt echter; Hij heeft Twee Handen zoals Hij Zichzelf er mee beschreef in de Quraan. En Hij heeft een Gezicht zoals Hij Zichzelf er mee beschreef. Men stopt bij datgene waarmee Hij zichzelf beschreef in het Boek (de Quraan).
Dit is dus de weg van Ahlus-Sunnah, dat zij Allah beschrijven met datgene waarmee Hij Zichzelf beschreef in Zijn Boek en met datgene waarmee Zijn Boodschapper ﷺ Hem beschreef in Zijn Sunnah. Ze gaan niet verder dan de Quraan en de Hadith. En tegelijkertijd waarschuwen wij tegen het vergelijken (van Allah met iets).
Dus je zegt Allah heeft Twee Handen maar je vergelijkt ze niet met iets. Hij heeft een Gezicht maar je vergelijkt het niet met iets. Allah zegt:
“Niets is aan Hem gelijk, en Hij is de Alhorende, de Alziende.” [Soerah Ash-Shoeraa 42:11]
En Hij zegt:
“Ken jij iemand die aan Hem gelijk is?” [Soerah Maryam 19:65]
En Hij zegt:
“En niets is aan Hem gelijk.” [Soerah Al-Ikhlaas 112]
Shaykh ‘Abdur-Razzaaq Al-Badr حفظه الله
Gepubliceerd door: www.ikhouvanislam.be
Beluister audio: