Vraag: In welke taal zal de overledene ondervraagd worden in het graf? Antwoord: Allah weet beter. Wij geloven erin dat men ondervraagd zal worden. Maar wat de taal betreft, dat weet Allah beter. De Profeet ﷺ heeft ons hierover niet op de hoogte gebracht. Shaykh Saalih Ibn ‘Abdillah Al-Fawzaan Gepubliceerd…
Het aanbrengen van nagellak kan verricht worden door een vrouw die vanwege haar periode niet bidt en daarin bevindt zich geen probleem. En ook kan de vrouw die de rituele wassing al verricht heeft nagellak aanbrengen en daarmee bidden en daarin bevindt zich ook geen probleem. En een vrouw kan…
Vraag: Degene die een gebedseenheid van het Fajr gebed of drie gebedseenheden van Maghrib of ‘Ishaa mist, moet hij luidop reciteren bij het inhalen van deze gebedseenheden? Antwoord: Het gedeelte van het gebed dat de laatkomer haalt wordt beschouwd als het eerste gedeelte van zijn gebed. En datgene wat hij…
De Profeet ﷺ zei: “O mensen, toon berouw aan Allah want ik toon Hem wel honderd keer per dag berouw.” Sahieh Muslim 2702
De Profeet ﷺ zei: “Wie de zegeningen over mij uitspreekt, Allah zal hem tien keer zegenen, tien zonden van hem vergeven en hem tien keer in rang verheffen.” Sahieh Al-Jaami’ 6359
De Profeet ﷺ zei: “Wie voor de gelovige mannen en gelovige vrouwen om vergeving vraagt, Allah schrijft een goede daad voor hem op voor elke gelovige man en gelovige vrouw.” Sahieh Al-Jaami’ 6026
De Profeet ﷺ zei: “Wie honderd keer per dag “Subhanallahi wa bihamdihi” zegt, voor hem zullen zijn zonden vergeven worden, zelfs als zijn deze (qua omvang) zoals het schuim van de zee.” Sahieh Al-Bukhaari 6405
De Profeet ﷺ zei: “Geef elkaar geschenken en jullie zullen van elkaar houden.” Al-Adaab Al-Mufrad van Imaam Al-Bukhaari Nr.594
De Profeet ﷺ zei: “Bij Degene in Wie Zijn Hand mijn ziel is (Allah) deze Soerah (Al-Ikhlaas- is gelijk aan (de beloning van) één derde van de Quraan.” Sahieh Al-Bukhaari 5013
Abu Hurayrah zei: “De Profeet ﷺ bekritiseerde nooit eten. Als hij ervan hield at hij het op en als hij er niet van hield liet hij het staan (zonder het te bekritiseren).” Sahieh Al-Bukhaari 4309