‘Abdullah Ibn Mas’oed رضي الله عنه zei: “Er werd gezegd: “O Boodschapper van Allah, hoe zal je degenen die jij niet hebt gezien van jouw gemeenschap herkennen?” De Profeet ﷺ zei: “Door de gloed op de ledematen van de sporen van de wudu.” Ibn Maajah 297
De Profeet ﷺ zei: “Een man zal in het Paradijs in rang verheven worden en zeggen: “waar komt dit vandaan?” en er zal worden gezegd: “van de vergeving die jouw zoon voor jou zocht”.” Ibn Maajah 3660
De Profeet ﷺ zei: “Er is geen dienaar die een Sujoed verricht voor Allah zonder dat Allah een goede daad voor hem opschrijft, een slechte daad daarmee uitwist en hem een rang verheft. Dus neem toe in het verrichten van de Sujoed.” Ibn Maajah 1490
Abu Dharr رضي الله عنه zei: “De Profeet ﷺ kwam voorbij mij en ik was op mijn buik aan het liggen. Hij tikte mij aan met zijn voet en zei: “O Junaidib, dit is de manier waarop de mensen van het hellevuur liggen!”” Ibn Maajah 3724
De Profeet ﷺ zei: “De mensen die zich het meeste vol aten in deze wereld zullen de meest hongerigen zijn op de Dag Des Oordeels.” Ibn Maajah 3351