De Profeet ﷺ zei: “Het moment dat de Heer het dichtste bij de dienaar is, is in het laatste derde deel van de nacht. Als je in staat bent om te behoren tot degenen die Allah gedenken in dit uur, wees dan onder hen.” At-Tirmidhie 3579
De Profeet ﷺ zei: “Een goede droom is afkomstig van Allah en een slechte droom is afkomstig van de shaytaan. Als iemand van jullie dus een slechte droom heeft waar hij bang van wordt, dan moet hij naar zijn linkerzijde spuwen (blazen) en bescherming zoeken bij Allah tegen het kwaad…
De Profeet ﷺ zei: “Onze Heer, De Gezegende, De Verhevene, daalt iedere nacht neer naar de wereldse hemel als de laatste derde deel van de nacht overblijft. En Hij zegt: ‘Wie roept Mij aan zodat Ik hem kan verhoren? Wie vraagt Mij zodat Ik hem kan geven? Wie vraagt Mij…
‘De Profeet ﷺ zei: “Als jullie het gebed verrichten voor de overledene, verricht dan een oprechte smeekbede voor hem.” Aboe Dawoed 3199
De Profeet ﷺ zei: “Voorwaar, Allah is Genadevol, Bescheiden en Edelmoedig. Als Zijn dienaar zijn handen opheft richting Hem zou Allah Verlegen zijn om geen goedheid in een van zijn handen te plaatsen.” Sahieh Al-Jaami’ 1768
De Profeet ﷺ zei: “Drie smeekbeden worden niet geweigerd: de smeekbede van de ouder voor zijn kind, de smeekbede van de vastende en de smeekbede van de reiziger.” Sahieh Al-Jaami’ 3032
De Profeet ﷺ zei: “Voorwaar, degene die niet vraagt aan Allah, Allah wordt boos op hem.”Sahieh Al-Jaami’ 2418
De Profeet ﷺ zei: “Spreek veelvuldig zegeningen over mij uit op vrijdag en de nacht van vrijdag, wie één zegening over mij uitspreekt, Allah spreekt tien zegeningen uit over hem” As-Sahiehah 1407
‘Uthmaan Ibn ‘Affaan رضي الله عنه zei: “Wanneer de Profeet ﷺ klaar was met het begraven van de overledene, bleef hij bij hem staan en zei: “Vraag om vergeving voor jullie broeder en bidt om standvastigheid voor hem, want voorwaar, hij wordt ondervraagd.” Aboe Dawoed 3221
De Profeet ﷺ zei: “Een man zal in het Paradijs in rang verheven worden en zeggen: “waar komt dit vandaan?” en er zal worden gezegd: “van de vergeving die jouw zoon voor jou zocht”.” Ibn Maajah 3660
